Commodore 264

Introductie

Commodore Plus/4 De Commodore 264 is eigenlijk geen computer maar een model reeks. In deze model reeks behoren de computers C16, C116, Plus/4 en de prototypes 232, 264, 364.
De naam 264 werd gebruikt voor het eerste prototype van deze reeks en staat op de meeste serienummer plaatjes aan de onderzijde van de computer. Na het succes van de Commodore 64 en het stoppen van de productie van de VIC 20 was het tijd voor commodore om zich te richten op een nieuwe reeks van computers.

De exacte reden voor de 264 reeks is niet helemaal duidelijk. Sommige bronnen beweren dat dit de opvolger was van de VIC20, maar er zijn ook bronnen die zeggen dat het een concurrent moest worden voor de Sinclair Spectrum. En als je de C116 bekijkt dan lijkt die erg veel op de Spectrum. Het doel was vooral een goedkope computer te produceren zoals de C116 en de C16 met daarboven een meer geavanceerde versie met ingebouwde software de Plus/4. Het prototype 364 was een Plus/4 met een uitgebreid toetsenbord en een chip die gesproken woord produceerde. De 264 serie was ook een poging om de meer professionele markt binnen te dringen zeker met de Plus/4 met ingebouwde software zoals een tekstverwerker, rekenblad, dataverwerking en een tekenprogramma. Het meest vreemde is dat in alle drie de modellen (C16, C116 en de Plus 4) een ander moederbord is gebruikt.

Specificaties

Commodore C116 Processor: MOS 7501 / MOS 8501, 1.8 (0,9) MHz.
RAM geheugen: 64 kbyte
ROM geheugen: 64 kbyte (Basic, Kernal, Characters, TEDMon, Programma's)
Co-Processor Grafisch / Geluid: TED
Aansluitingen: Expansionpoort, Userpoort, Serialpoort, Datassette, 2 x Joystick, TV, Video, Geluid, voeding.

Opmerking:

Bovenstaande specificaties zijn van de Plus/4. De C116 en de C16 zijn uitgerust met 16 kbyte aan RAM en 20 kbyte aan ROM. Tevens ontbreekt de Userpoort bij deze modellen.

Op de foto een C116, dit is de PAL uitvoering. De C116 is de kleine broer van de Plus/4 met minder geheugen en geen ingebouwde programma's. De behuizing lijkt op die van de Plus/4 maar is een stuk kleiner. Dit was een poging om een goedkoper toetsenbord te introduceren. Het toetsenbord is net zo slecht te gebruiken als dat van de Max Machine.

Het gebruik.

Commodore C16 (Lernkurs) De bedoeling van Commodore was dat de 264 meer professioneel werd gebruikt door bedrijven en scholen. Maar net als bij de VIC 20 en de C64 was het spelen van spellen toch het meest aantrekkelijk. Jammer genoeg was de 264 niet zo geschikt voor spellen als de C64. De verkopen van deze serie zijn ook nooit zo hoog geweest als de C64. Probleem was dat de C64 in productie bleef tijdens de introductie en verkoop van de 264 serie en een zware concurrent was. In Europa werden veel C16 en Plus/4 computers verkocht als een compleet pakket. Het pakket bestond uit een computer, datassette, een complete BASIC cursus en meestal een aantal extra programma's en of spellen.

Voor deze serie computers was ook een nieuwe range van randapparatuur beschikbaar zoals de MPS 803 printer in een zwarte kleur. Verder was er een diskdrive voor de 264 serie, dit was de 1551. De 1551 lijkt op een zwart gespoten 1541 maar heeft een parallelle aansluiting i.p.v. een seriele aansluiting. De aanschaf van een joystick was niet zo gemakkelijk omdat Commodore voor onbegrijpelijke redenen de standaard voor een joystick aansluiting te verlaten voor een andere soort aansluiting (mini DIN). De meeste mensen gebruikte een adapter kabel die het mogelijk maakte om de normale sub-D 9 joystick aan te sluiten op de nieuwe connector. Natuurlijk kon je met je 264 serie ook terecht bij een Commodore Computerclubs maar die werden in die tijd wel overheerst door C64 gebruikers.

Spellen:

Ondanks de mindere mogelijkheden van de 264 serie t.o.v. de C64 waren er toch veel spellen beschikbaar voor deze computers. Omdat de C116 en de C16 minder geheugen hebben zijn niet alle spellen beschikbaar voor deze modellen. Enkele bekende spellen zijn: Quadrilion, Winter / Summer events, Jerry's Quest, Dizzy, David's Midnight Magic, Elite, Ace.

Grafische programma's:

De 264 serie heeft een groter kleur bereik dan de voorgaande Commodore computers. Het aantal kleuren is 16 met elk 8 helderheid niveaus wat resulteert in 121 verschillende kleuren. (Een aantal kleuren vallen af omdat ze hetzelfde zijn). Bekende grafisch programma's zijn: (Multi) Botticelli, MagicPaint +++, FLI Editor, Micro Illustrator, Graphics.

Muziek programma's:

De 264 serie beschikt over een muziek chip die wat minder uitgebreid is dan in de C64 maar kan toch redelijke muziek produceren. Meest gebruikte muziek programma's zijn: MConv v1.6, Music-Hearing V1.0, Speech +4, Digital Drum Machine, RAP4.

Tekst verwerkers:

De Plus/4 heeft een tekstverwerker ingebouwd maar ook andere software matige tekst verwerkers zijn beschikbaar. Enkele voorbeelden zijn: Script/Plus, Page Setter en de tekstverwerker uit het GEOS 3.5 pakket.

Kantoor pakketten:

Het meest bekende pakket is GEOS. GEOS is een compleet pakket voor de Plus/4 of met RAM uitgebreide C116 en C16's in combinatie met een 1551 diskdrive. Ingebouwde snellader, tekstverwerker, database, tekenprogramma, communicatie en nog veel meer. Maar naast GEOS zijn er ook diverse andere programma zoals: Calc/Plus, Superbase +4, Script/Plus.

Utility's:

Voor alle andere taken op deze computer zijn er ook specifieke programma's geschreven van disk utillities tot assembler programma's. Bekende utillities zijn: Mega Assembler, Disk Demon, Austrospeed Compiler, Cruel Crunch 4.0, Dir-god V3.3.

Demo's:

Het fenomeen demo's begon als een soort wedstrijd tussen hackers. Hackers voegde voor het gekraakte programma een intro in. In het begin was dit slechts een tekst of een tekst scroll maar al gauw werd dit uitgebreid tot met een hires plaatje. Sommige gekraakte spellen werden gekopieerd om de intro en niet het spel. Na een tijdje werden de intro's aparte programma's en werden demo's. Deze demo's lieten zien wat de C16, C116 of de Plus/4 kon en ook dingen waarvan iedereen dacht dat het niet kon. Tegenwoordig is het maken van een demo verheven tot een kunst. Meeste demo's vullen nu twee kanten van een diskette. Enkele bekende demo's zijn: Chaos (Absence), Questionmark (New System Technology (NST)), Infinity (Electronic Vision Software (EVS)), Heartfixer (Luca en Bubis), Genetic Faulty (Gentlemen Software (GS)), We are the cure (Luca en Bubis). Honderden demo's zijn gemaakt en er zijn websites die deze demo's voor downloaden beschikbaar stellen.

Cartridges:

Niet veel cartridges zijn gemaakt voor de 264 series. Het produceren van catridges was duur en ze konden zeer makkelijk worden gekraakt. De cartridges raakten hierdoor een beetje uit de mode. Meest bekende cartridges zijn: Jack Attack, Pirate Adventure, Script Plus, Calc Plus, C16 Tutor. Maar ook geheugen uitbreidingen en een SID cartridge zijn beschikbaar.

Randapparatuur:

Voor deze computer reeks is ook een bijpassende serie randappartuur gemaakt. De bekendste is de zwarte uitvoering van de 1530 datassette de 1531. Behalve de kleur en de afwijkende aansluit stekker is deze identiek aan de 1530 en is met een verloop stekker ook te gebruiken op de VIC-20 en de C64. Er is een 1551 diskdrive in de behuizing van een 1541 maar met een parallelle aansluiting voor snellere overdracht van data. De MPS 803 printer is ook in de zwarte kleur verkrijgbaar. Commodore bracht ook een joystick op de markt voor deze serie. Maar Commodore joysticks staan niet bekend als degelijk. Meestal werd een ander joystick gekocht met een adapter kabel.

Op de foto een C16 "Lernkurs" pakket. Dit pakket bestaat uit een C16 met datassette en een BASIC cusrus op cassette en begeleid met een cursus boek. Dit pakket was beschikbaar in de Duitse en de Engelse taal.

De Central Processing Unit 7501 (8501).

Commodore Plus/4 (Lernkurs) De rekenkracht van de C16, C116 en de Plus/4 wordt verzorgt door de 7501 (8501). De 7501 en de 8501 zijn technisch gezien identiek. Het enige verschil dat ze met een verschillende techniek gemaakt werden.

Technische specificaties:

Databus: 8 bits
Adresbus: 16 bits
I/O bus: 7 bit
Interrupts: IRQ, RDY
Snelheid: 1,8 of 0,9 MHz
Instructies: 150

Databus:

De 7501 (8501) werkt, net zoals alle processors, met het binaire systeem. Dat wil zeggen er zijn maar 2 mogelijkheden aan of uit, dit wordt aangeduid met een 0 of een 1. Dit wordt een bit genoemd. Als je een 8 bits brede data bus hebt dan zijn dit de mogelijkheden: 00000000 t/m 11111111. Een waarde van 8 bit breed wordt een byte genoemd. In ons decimale getallen stelsel is dat van 0 t/m 255. Alle verwerkingen zijn dan ook beperkt tot getallen van 0 t/m 255, wil je grotere getallen verwerken dan moet je het getal in meerdere stukken hakken en apart verwerken.

Adresbus:

Met de adresbus kan de processor iets kan aanwijzen in het geheugen. De beperking is de breedte van de bus, met 16 bits kan je een getal maken tussen 00000000 00000000 t/m 11111111 11111111 of te wel tussen 0 en 65536. De 7501 (8501) kan dus 64 kbyte adresseren. Maar er zijn geheugen uitbreidingen voor de Plus/4 van 256 kbyte? Als je meer dan 64 kbyte wil adresseren dan moet je wisselen tussen geheugen banken (bank-switching) Deze truc is bijvoorbeeld ook gebruikt in de PET / CBM reeks en de C128. De processor kan slechts 64 kbyte tegelijkertijd zien.

I/O bus:

Dit gedeelte is een uitbreiding ten opzichte van de 6502 processor (PET/CBM, VIC20). Dit was met succes toegepast in de C64. Deze bus kiest hoe de C16, C116 en de Plus/4 er van binnen uitziet. Deze bus is 7 bits breed en geeft in theorie 128 mogelijkheden. De data op deze bus wordt gebruikt door de PLA om te schakelen met het geheugen binnenin de computer. De maximale ruimte binnenin de 264 serie is 64 kbyte maar in werkelijkheid zit er het volgende in: 64 kbyte RAM, 8 kbyte KERNAL, 8 kbyte BASIC, 4 kbyte karakters, 32 kbyte aan programma's, 2 x 8 kbyte aan cartridges, Registers van de TED. Normaal past dit niet in een 64 kbyte systeem maar met slim schakelen kan je alles gebruiken alleen niet tegelijk. Als je BASIC gebruikt kan je het RAM geheugen "onder" BASIC niet gebruiken, vandaar ook de melding bij het aanzetten van 60671 BASIC BYTES FREE. Maar als je BASIC niet nodig hebt schakel je het gewoon even uit en je kan weer bij het RAM geheugen.

Interrupts:

Een interrupt is een onderbreking. De processor kan worden stilgezet. Als de TED meer tijd nodig heeft dan wordt de processor stil gezet via een interrupt.

Snelheid:

De systeem snelheid is 1,8 of 0,9 MHz wat wil zeggen dat er 1,8 (of 0,9) miljoen acties per seconden worden uitgevoerd. De processor voert dus 1.800.000 (of 900.00) acties uit per seconden. De snelste instructie heeft aan 2 actie genoeg maar de langzaamste heeft 7 acties nodig. Op welke snelheid de CPU werkt is afhankelijk waar de TED chip mee bezig is. Wordt het beeldscherm opgebouwd of het geheugen ververst dan is de lage snelheid ingesteld. Op andere momenten is de hoge snelheid ingeschakeld.

Instructies:

Het aantal instructies is 150 maar in theorie zijn er 255 mogelijk. Programmeurs hebben door experimenteren extra instructie gevonden. Maar dit zijn eigenlijk ingebakken fouten en horen niet tot de echte instructie. Er zijn instructie die alleen maar data verplaatsen zoals LDA (Laad de accu met een waarde) maar ook reken instructie zoals ADD (tel bij de accu een waarde op) ook instructie die "rommelen" met een waarde zoals ROR die de bits een plekje naar rechts opschuift.

Op de foto de Plus/4 "Lernkurs". Dit pakket bestaat uit een Plus/4 met datassette en een BASIC cursus op cassette en begeleid met een cursus boek. Dit pakket was beschikbaar in de Duitse en de Engelse taal.

De TED.

Commodore Plus/4 (NTSC) TED staat voor Text EDitor en verzorgt de grafische weergave, produceert het geluid, leest het toetsenbord, houdt de tijd bij en verzorgt het geheugen. Al deze taken worden in bijvoorbeeld de C64 verzorgt door aparte chips. Het combineren van al deze taken in een chip resulteerde in een goedkopere computer. Maar met het bij elkaar voegen van al die taken zijn er wel wat beperkingen door gevoerd in de mogelijkheden. Wat later ook een nadeel was. Net als bij andere Commodore modellen is de TED compatible met de televisie standaard en zijn er van de TED ook verschillende versies geproduceerd.

7380 / 8360 - PAL-B (Europa, Afrika, Asië, Australië) en NTSC (Noord Amerika, Zuid Amerika, Japan)
8365 - PAL-N (Argentinië, Uruguay)
8366 - PAL-M (Brazilië)

De 7380 en de 8360 zijn technisch gezien identiek. Het enige verschil dat ze met een verschillende techniek gemaakt werden.

Technische specificaties:

Tekst: 40 x 25 karakters met 8 x 8 pixels
Hires: 320 x 200 pixels, Multicolor: 160 x 200 pixels
Kleuren: 121
Smooth scrolling
Lightpen
Hardware-cursor, -tekst knipper, -tekst reverse
Geluid: 2 kanalen blokvormig waarvan 1 kanaal ook ruis kan produceren
Volumeregeling
Timers
Toetsenbord

Een groot gemis in de TED was het weglaten van hardware sprites zoals in de C64 of de Amiga's

Tekst:

Op het scherm kan je 1000 karakters plaatsen. De karakters komen normaal gesproken uit het CHAR ROM maar je kan de ook een eigen ontworpen karakters gebruiken. In de gewone tekst modus zijn er slechts 2 kleuren, de achtergrond en de karakter-kleur. Maar er is ook een multicolor modus dan zijn er 4 kleuren als achtergrond kleur mogelijk, dit beperkt de resolutie echter van 8 x 8 pixels tot 4 x 8 pixels.

Hires:

In plaats van karakters wordt nu het scherm gevuld met 320 x 200 = 64000 pixels dit neemt echter wel een behoorlijk stuk van het geheugen in beslag (8 kbyte). Ook hier is een multicolor mode mogelijk die de resolutie beperkt tot 160 x 200 = 32000 pixels.

Kleuren:

Er zijn 16 verschillende kleuren. Tevens heeft elke kleur nog eens 8 helderheid niveaus. Tel je alles op dan kom je aan 8 x 16 = 128, echter zijn de 8 helderheid niveaus van zwart allemaal zwart. Totaal dus 128 - 7 = 121 verschillende kleuren.

Smooth scrolling:

De TED kan het gehele scherm per pixel verschuiven in alle richtingen (smooth scrolling). Om nu iets vanuit niets tevoorschijn te laten komen wordt het zichtbare scherm verkleind tot 38 x 23 karakters. Je kan dan in het afgedekte (screen blanking) gedeelte iets neerzetten en dan het zichtbare gedeelte binnen schuiven. Het schuiven is beperkt tot 8 pixels, dus na 8 pixels moet je alle data op het scherm 8 pixels verplaatsen en opnieuw beginnen met schuiven.

Lightpen:

Als je met een "light-gun" of "light-pen" op het scherm schiet of klikt dan kan de TED je vertellen welke positie op het scherm dat was.

Hardware-cursor, -tekstknipper, -tekstreverse:

De TED kan er hardware matig voor zorgen dat de cursor wordt gezet waar je wilt. Ook het laten knipperen van alle of een aantal karakters is mogelijk. In plaats van een karakter-set waarin normale en reverse karakters zitten kan de TED chip dit hardware matig.

Geluid:

De TED heeft twee oscillators. Een oscillator is een mechanisme om een signaal te maken met een bepaalde frequentie. De oscillators in de TED kunnen hebben een frequentie bereik van circa 100Hz tot 23kHz. De frequentie is aan te passen in 1016 stappen. De oscillators zijn onafhankelijk van elkaar. De 2e oscillator kan ook ruis produceren. Het signaal opgewekt door de oscillator heeft een blok-vorm.

Volume regeling:

Het volume van de TED kan geregeld worden in 9 stappen (0-8)

Timers:

Met deze timers kan een signaal worden gemaakt van een bepaalde tijdsduur. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt om een RS-232 signaal te maken.

Toetsenbord:

Het inlezen van het toetsenbord is ook een taak van de TED. Het leest via een matrix welke toets wordt ingedrukt op het toetsenbord.

Op de foto de NTSC versie van de Plus/4. Het enige verschil tussen de NTSC en de PAL versie is een ander frequentie kristal. De video chip past zich automatisch aan de gekozen frequentie. Naast het technische verschil is ook de verpakking anders dan de PAL versie.

De ROM's.

Drean C16 In de C16, C116 en de Plus/4 zitten een aantal ROM's dit zijn geheugens met een vaste inhoud, je kan er wel uit lezen maar niet in schrijven.

KERNAL:

Belangrijkste ROM is de KERNAL ($D800-$D7FFF - 8 kbyte), daarin zit het operating system van de 264 reeks. In de kernal zit bijvoorbeeld het gedeelte wat programma's van en naar de diskdrive en datassette kan sturen het printen van tekst op het scherm of de printer enz.

BASIC:

Een andere ROM is de BASIC ($8000-$9FFF - 8 kbyte). Hierin zit de BASIC interpreter. De BASIC interpreter vertaald de BASIC commando's naar machinetaal. Machinetaal is de enige taal die de processor van de 264 reeks verstaat.

CHAR:

De tekens die je op het scherm ziet komen uit de CHARacter ROM. ($D800-$DFFFF - 4 kbyte)

PLA:

De PLA lijkt op een ROM en kan ook vervangen worden door een (zeer snelle) EPROM maar is eigenlijk een speciaal ontworpen schakelaar die afhankelijk van de ingangen uitgangen aanstuurt. De werking is gelijk aan een ROM.

Plus4 programma's:

In de Plus/4 zitten nog een paar extra ROM's. Hierin zijn gebruikers programma's in opgeslagen. Dit betreft een tekstverwerker, rekenblad, dataverwerking en een tekenprogramma. De ingebouwde programma's waren te groot voor het beschikbare geheugen en werden behoorlijk aangepast. Dit had als resultaat dat de programma's niet zo bruikbaar meer waren.

Op de foto de Drean C16. Drean was een Argentijnse firma die een eigen versie van de C16 (ook andere Commodore computers) uitbracht in Argentinie. De reden van deze eigen versie was dat import belastingen op computers enorm hoog waren. De moederborden waren afkomstig van Commodore, de rest werd in Argentinië gemaakt zoals de voeding, behuizing, verpakking e.d.

De aansluitingen.

Commodore C16 (NTSC) De C16, C116 en de Plus/4 beschikken over diverse aansluitingen. Alle hebben hun eigen functie, maar zijn niet altijd nodig voor elke toepassing. De Plus/4 heeft als enige een userport.

Userport:

De userport is een gebruikerspoort om externe apparatuur buiten de Plus/4 te kunnen aansturen, voorbeelden zijn: Modems, Parallelle printers, Parallelle diskdrivers, relais, robots, EPROM programmers en nog veel meer. Opvallend is dat je elke ingang ook als uitgang kan gebruiken en dat ook nog onafhankelijk van elkaar.

Datassette:

De Datassette is de cassetterecorder ingang. Omdat diskdrives vrij duur waren werden computers meestal voorzien van een cassette recorder aansluiting. Bij de Commodore computers was dit geen willekeurige cassette recorder. Omdat alle datasettes gelijk waren waren er weinig problemen met inlezen van software. Voorwaarde was wel dat de lees / schrijfkop van de datassette correct stond afgesteld. Het gebruik van cassettes werd nog populairder nadat de tape-turbo's waren ontwikkeld. Cassette software kon daarmee sneller worden geladen dan met een standaard diskdrive. Afwijkend is de aansluit connector.

IEC:

De IEC poort is een seriële verbinding met randapparatuur zoals de diskdrive en printer. De seriële poort is beperkt in snelheid.

Video:

Via de video wordt het beeld-signaal naar een monitor verstuurt, tevens is het geluid via deze aansluiting beschikbaar. Met de video aansluiting wordt meestal een beter beeld verkregen dan via de RF aansluiting.

RF:

Dit is ook een video en audio signaal maar dan geschikt voor de televisie.

Expansionport:

De expansionport is de uitbreidingspoort. De aansluitingen van deze poort zijn verbonden met de adres- en databus. De toepassing zijn meestal ROM's of te wel programma's die in een EPROM zijn opgeslagen en direct beschikbaar zijn zonder in te laden. Veel ROM's waren spellen, maar ook een groot deel waren snelladers, machinetaal monitors e.d. De 1551 diskdrive maakt gebruik van deze aansluiting om de data veel sneller van en naar de C16, C116 of de Plus/4 te sturen. Ook geheugen uitbreidingen waren beschikbaar via de expansionpoort die het geheugen uitbreiden naar wel 256 kbyte.

Voeding:

Vanzelfsprekend heeft de 264 reeks voeding nodig om zijn elektronische onderdelen te laten werken. De voeding levert 5 volt gelijkspanning voor de IC's. Tevens levert de voeding 9 volt wisselspanning voor de Userport. Dit was nodig voor bijvoorbeeld een EPROM programmer. Omdat de C16 en de C116 geen userport hebben was ook de 9 volt wisselspanning niet nodig. Deze modellen worden gevoed door afwijkende voeding.

Joystick:

Waarschijnlijk de meest belangrijkste aansluiting. De joystick is onmisbaar voor het spelen van spellen maar de aansluiting kan ook gebruikt worden voor de licht-pen, paddles en de muis. Zoals bij de datassette aansluiting werd hier ook een nieuw type connector gebruikt.

Op de foto de C16 in NTSC uitvoering. Bij deze uitvoering werd een cartridge geleverd met daarop een kennismaking cursus.

De 264 modellen reeks.

Commodore +4

264 - 1983

Prototype van de 264 reeks. Is later als Plus/4 in productie genomen.

Plus/4 - 1984

Meest uitgebreide versie van de 264 serie met ingebouwde software.

+/4 - 1984

Identiek aan de Plus/4 maar met een verkeerd logo. Naderhand is logo aangepast.

C16 - 1984

De opvolger voor de VIC-20 met goedkoper moederbord (geen userport en ingebouwde software).

C116 - 1984

De concurrent voor de Sinclair Spectrum. Voorzien van net zo'n slecht toetsenbord als zijn concurrent.

232 - 1984

Prototype, lijkt op de 264 maar minder geheugen (32 kbyte). (circa 200 stuks)

364 - 1985

Prototype, lijkt op de 264 maar met speech module en groter toetsenbord. (1 volledig prototype en 2 show modellen)

Drean C16 - 1984

I.v.m. hoge import belastingen werd in Argentinië de C16 door de firma Drean geassembleerd uit originele commodore onderdelen en eigengemaakte onderdelen.

Op de foto een +4. Het is een speciale editie met een afwijkend logo.
Bijgewerkt: 2011-11-26 16:30:31